Blauw guichelheil
Anagallis arvensis subsp. foemina
Sleutelbloemfamilie (Primulaceae)
Lachende bloem
Guichelheil is afgeleid van guichel (razernij) en heil (helen): eens dacht men dat de plant hielp tegen geestesziekten en melancholie. Ook de geslachtsnaam Anagallis (van het Griekse woord anagelao, ik lach), verwijst naar het vermeende effect, namelijk dat melancholie door het gebruik van dit betoverende bloemetje kan worden verdreven. De bloemen gaan alleen bij zonnig weer open en aan het begin van de namiddag alweer dicht.
Blauw guichelheil is een zuidelijke soort die sporadisch in ons land groeit, het meest op kalkrijke grond in Zuid-Limburg. Daar verkiest ze zonnige, matig droge tot vochtige, matig stikstofrijke, matig voedselrijke zand-leem- of mergelbodems. In het wild in ons land bedreigd.
Lees meer »Thema's
Is een kroonjuweel in Botanische Tuin De Kruidhof.
Guichelheil komt van guichel (razernij) en heil (helen), omdat men vroeger dacht dat de plant hielp tegen geestesziekten en melancholie. Ook de geslachtsnaam anagallis (van het Griekse woord anagelao, ik lach), verwijst naar dit vermeende effect, namelijk dat melancholie door het gebruik van dit betoverende bloemetje kan worden verdreven.
Guichelheil komt van guichel (razernij) en heil (helen), omdat men vroeger dacht dat de plant hielp tegen geestesziekten en melancholie. Ook de geslachtsnaam anagallis (van het Griekse woord anagelao, ik lach), verwijst naar het vermeende effect, namelijk dat melancholie door het gebruik van dit betoverende bloemetje kan worden verdreven.
Details
Omschrijving: | Overige kruidachtige planten, tot 0.5 m. |
---|---|
Streeknaam: | Fries: blau readerf |
Verspreiding: | Zuidelijke soort die sporadisch in ons land groeit, voornamelijk op kalkrijke grond in zuid-limburg. |
Leefgebied: | In graanakkers, op stoppelvelden, soms op braakliggend terrein of in moestuinen. |
Jaarcyclus: | Bloeit eenmalig, eenjarige |
Winterhardheid: | Tot -10 °c |
Bloeiperiode: | Mei - oktober |
Bloemkleur: | Blauw |