Jeneverbes
Juniperus communis
Cipresfamilie (Cupressaceae)
Smaakmaker en potlood
De jeneverbes is een kleine conifeer met korte, scherpe naalden. Wild in Europa, Azië en Noord-Amerika. In Nederland op voedselarme stuifzanden en heidevelden. De struiken groeien langzaam en worden tot maximaal 10 meter hoog. Door de langzame groei heeft het hout een dichte structuur waardoor het zeer geschikt is om potloden van te maken. Het geurt naar etherische oliën en hars.
De vrouwelijke exemplaren van de jeneverbes vormen kegelvruchten die ogen als zwartblauwe bessen, de smaakmakers in jenever en Bénédictine. De gedroogde ‘bessen’ zijn geliefd als specerij bijvoorbeeld in zuurkool of wildmarinades. De bes rijpt en verkleurt in drie jaar van groen naar donkerblauw/paars.
Thema's
Is een kroonjuweel in Pinetum Blijdenstein.
Onderdeel van de decentrale Nederlandse Plantencollectie coniferen.
Een eeuw geleden vlocht men van de twijgen nog erebogen en versieringen voor voordeuren, boerenwagens en dergelijke, totdat de jeneverbes haar beschermde status kreeg.
De jeneverbes wordt al eeuwen beschouwd als een magische plant die boze geesten afweert.
Ruikt naar en bevat hars.
De zwartblauwe ‘bessen’ zijn smaakmakers in jenever en de kruidenbitter Bénédictine. Gedroogd zijn ze geliefd als specerij, bijvoorbeeld in zuurkool of wildmarinades.
Details
Omschrijving: | Naaldboom/conifeer, liggende tot opgaande struik, tweehuizig. |
---|---|
Streeknaam: | Fries: jeneverstrûk drenthe: drenthse palm |
Verspreiding: | Noordelijk halfrond |
Leefgebied: | Heide, kalkgraslanden en bossen in gematigde klimaatzones. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | April - mei |
Bloemkleur: | Bruin, geel |
Notities bloemen: | De vrouwelijke zaadschubben vormen in het eerste jaar zwartblauwe, op bessen gelijkende kegelvruchten. na de overwintering worden zij donkerblauw. |
Vruchtperiode: | Januari - november |