Okkernoot of Walnoot

Klein maar fijn(er)

De wal- of okkernoot kan een hoogte tot 30 meter bereiken met een meer dan 10 meter brede, ronde kroon. Bij het ouder worden, krijgt de zilvergrijze stam diepe groeven. Jonge takken zijn olijfbruin, de oudere takken zilvergrijs. De schil van de bolster is glad en groen met witte spikkels. Daarin zit een bruine en licht geribbelde noot. Al eeuwen is deze soort aangeplant, ook vanwege de economische waarde van het makkelijk te bewerken notenhout.

In het wild wordt de walnoot bedreigd door te intensieve verzameling van zijn vruchten, door houtkap en door overbegrazing. Zijn natuurlijke areaal is nu beperkt tot Centraal-Azië, maar de walnoot is overal in gematigde streken aangeplant.

Juglans regia ‘Broadview’ is samen met ‘Buccaneer’ een van de betere productierassen. Dat heeft een aantal redenen: ze blijven een stuk kleiner dan de gewone walnoot en ze dragen al noten na enkele jaren in plaats van een jaar of 10. Deze veredelde selecties zijn zelfbestuivend, ziekteresistenter en leveren een hogere opbrengst.

Juglans regia ‘Broadview’ is vernoemd naar de plaats van oorsprong. In het plaatsje Broadview, British Columbia in Canada, staat de moederboom. Vanaf 1930 wordt ‘Broadview’ populair in Nederland, door de betere winterhardheid en de wat minder forse groei als de oorspronkelijk Juglans regia. Deze selectie heeft iets grotere eetbare noten en een dunnere schil dan de gewone walnoot.