Aardpeer
Helianthus tuberosus
Asterfamilie (Asteraceae)
Grillig van buiten, zoet van binnen
Oorspronkelijk komt de aardpeer uit Noord-Amerika. Tussen 1900 en 1924 is de aardpeer in Nederland geïntroduceerd op de hoge Maasoevers in Zuid- en Midden Limburg. Tegenwoordig komt de aardpeer verspreid door het land voor.
De aardpeer is ook bekend onder de naam topinamboer. Helianthus is afgeleid van het Griekse helios (zon) en anthos (bloem) en is familie van de zonnebloem. Tuberosus betekent met knollen, hetgeen slaat op de knolvormige verdikkingen aan de wortelstok. De knollen hebben een grillig uiterlijk en zijn kleiner dan aardappelen.
De aardpeer wordt zowel in de siertuin als in de groentetuin gekweekt en heeft de neiging zich sterk uit te breiden. De gele, 4 tot 8 centimeter grote bloemen staan alleen of met enkele bijeen. De plant kan wel een hoogte van 3,5 meter halen. Woelmuizen en reeën vinden aardperen erg lekker.
De aardpeer (knol) kan rauw gegeten worden maar kan dan winderigheid veroorzaken. Dit komt door het koolhydraat inuline dat niet door de mens verteerd kan worden. Tijdens het koken wordt de inuline omgezet in fructose, wat de zoetige smaak aan de knol geeft. De aardpeer is rijk aan ijzer, fosfor en vitamine B1.
Lees meer »Thema's
De bloemen worden bestoven door bijen en vliegen.
De knollen kunnen rauw gegeten worden, gekookt of in schijfjes gebakken. Tijdens het koken wordt de onverteerbare inuline omgezet in fructose, wat de knol een zoetige smaak geeft. De aardpeer is rijk aan ijzer, fosfor en vitamine B1 en smaakt een beetje naar artisjok. De knollen kunnen winderigheid veroorzaken.
Inuline wordt als glucosevervanger gebruikt bij de behandeling van suikerziekte (diabetes mellitus), aangezien het de bloedglucosespiegel niet beïnvloedt.
Aardpeer is in cultuur om de knollen, die rijk zijn aan het koolhydraat inuline. Oogsten van de knollen kan gebeuren vanaf november. Boven de grond zijn de knollen heel lastig te bewaren.
De aardpeer (knol) kan rauw gegeten worden maar kan dan winderigheid veroorzaken. Dit komt door het koolhydraat inuline dat niet door de mens verteerd kan worden.
Details
Omschrijving: | Overige kruidachtige planten, 120-240 cm. |
---|---|
Verspreiding: | Oorspronkelijk uit noord-amerika. ingeburgerd in o.a. europa, nieuw-zeeland en australië. |
Leefgebied: | Ruderale plaatsen, braakliggende grond, omgewerkte grond, ruigten en waterkanten. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -15 °c |
Bloeiperiode: | Augustus - oktober |
Bloemkleur: | Geel |
Vruchtperiode: | Oktober - november |
Vruchtkleur: | Wit |
Notities vruchten: | In nederland wordt er meestal geen zaad gevormd. |
Op z'n mooist: | Augustus - oktober |