Hollandse iep
Ulmus × hollandica 'Commelin'
Iepenfamilie (Ulmaceae)
![Plant met link naar kunst](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/ART.png)
![Plant met link naar vogels](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/BIR.png)
![Vlinderplant](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/BUT.png)
![Kampioen](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/CHA.png)
![Voedselplant](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/FOO.png)
![Geurend](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/FRA.png)
![Plant met link naar geschiedenis](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/HIS.png)
![Grondstof](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/NAR.png)
![Rituele/Spirituele plant](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/RIT.png)
Een bittere pil
De olm of iep staat zowel in Europa, Amerika en Azië voornamelijk in de bewoonde gebieden. Het zijn mooie, sterke bomen die het ook onder zeer moeilijke omstandigheden niet gauw opgeven. In de bosbouw is de iep in ons land inmiddels zeldzaam geworden.
De Hollandse iep is een kruising tussen de ruwe iep (Ulmus glabra) en de gladde iep (Ulmus minor). De Hollandse iep is algemeen bekend vanaf 1694. Met name in Nederland en België is deze kruising de afgelopen twee eeuwen zeer veel aangeplant. In Nederland nam vanaf 1800 de aanplant met iep sterk toe na introductie van de superieure hybride Ulmus x hollandica ‘Belgica’. Voordat de iepziekte in 1919 haar opmars begon was deze belangrijke landschapsboom overal te vinden.
Met name de geringe gevoeligheid voor zilte zeewind maakte deze boomsoort bij uitstek geschikt voor aanplant in het gehele kustgebied. Maar ook vanwege het waardevolle hout werd deze Hollandse iep hooggewaardeerd. Meer dan 99% van het iepenbestand in Nederland bestond destijds uit deze kloon.
Ulmus x hollandica ‘Commelin’ is een cultuurvariëteit die genoemd is naar Johannes Commelin, een apotheker uit Amsterdam en oprichter van de hortus aan de Amsterdamse plantage in 1682. Deze selectie uit 1960 is uit een eerste generatie hybriden tussen Europese soorten die aanvankelijk goed voldeed tegen iepenziekte. Toen echter rond 1970 de nieuwe, meer agressieve iepziekteschimmel Ophiostoma novoulmi begon op te rukken bleek ook ‘Commelin’ er zeer vatbaar voor.
Thema's
![Plant met link naar kunst](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/ART.png)
Iepen op het schilderij ´Jagers in de sneeuw´ en op een wintertafereel in een Vlaams dorp van Pieter Breugel 1565. Iepen op een dijk in het rivierengebied van Meindert Hobbema 1663. Op een prent van Tavenier uit 1779 staat een al grote Hollandse iep ’Belgica’ afgebeeld. Iepen langs de gracht in Enkhuizen van Cornelis Springer 1869.
![Plant met link naar vogels](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/BIR.png)
Vogels vinden de vruchtjes een aanvulling op hun voedselpakket. De stadsduif en ook kippen zijn er dol op.
![Vlinderplant](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/BUT.png)
Op iepen leven veel insecten. Iepen hebben daarmee een belangrijke functie voor de biodiversiteit. Meer dan honderd insectensoorten en mijten zijn gespecialiseerd op de iep.
![Kampioen](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/CHA.png)
Er staan 75.000 iepen in Amsterdam, iepenhoofdstad van Europa, langs grachten en in parken. Het snoeihout gaat naar Artis, veel dieren zijn er dol op met name de olifanten. In het voorjaar vormen de dwarrelende iepenzaadjes een ware ‘lentesneeuw’.
![Voedselplant](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/FOO.png)
Als voederboom is het loof en de gehakselde of geschaafde iepenbast goed voor het vee. Als gehakseld iepenhout in water ligt trekt er slijm uit. De naam Ulmus verwijst daarnaar. Dat slijm is heel goed voor kalveren en dit gebruik kwam voor in Scandinavië. Vroeger was de iep in Scandinavië broodboom in hongersnoodjaren. De binnenbast van iep kon een grondstof zijn bij het broodbakken, beter nog dan hetzelfde gebruik van dennenbast.
![Geurend](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/FRA.png)
De geur die vrijkomt bij het snoeien van de iep is aangenaam. Amsterdam kent een iepenparfum, op de markt gebracht als ’Eau d’Amsterdam’ (te koop in de Hortus van Amsterdam).
![Plant met link naar geschiedenis](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/HIS.png)
Ulmus x hollandica ‘Commelin’ is genoemd naar Johannes Commelin, apotheker in Amsterdam, die in 1682 de Hortus aan de Amsterdamse Plantage oprichtte. Deze selectie uit 1960 is uit een eerste generatie hybriden tussen Europese soorten die aanvankelijk goed voldeden tegen iepenziekte. Toen echter rond 1970 de nieuwe, meer agressieve iepziekteschimmel Ophiostoma novoulmi begon op te rukken bleek ook de ‘Commelin’ er zeer vatbaar voor.
![Grondstof](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/NAR.png)
Het hout is vroeger veel gebruikt voor (krui)wagens, karren, stoelen, krukjes en werktuigen voor zuivelverwerking. Iepenhout zinkt in water en is gebruikt voor zinkers in de visserij. Onder water is het duurzaam. Het werd traditioneel gebruikt voor het maken van doodskisten. Iepenhout heeft een warme kleur en een mooie nerf en is zeer gevraagd voor fineer. De iep valt taxonomisch onder de Urticales, soorten met sterke bastvezels. In Europa werden iepenbastvezels gebruikt voor het vervaardigen van touw en matten.
![Rituele/Spirituele plant](https://botanischetuinen.nl/themes/nvbt/assets/images/theme_icons/RIT.png)
In de oude Germaanse en Scandinavische cultuur werd de iep gezien als een vrouwelijke boom, een voedster. Voor en ook na de kerstening golden individuele iepen in meerdere landen, waaronder Engeland, Frankrijk, Zweden en Duitsland, als heilige bomen.
Details
Omschrijving: | Boom, tot 30 m. |
---|---|
Verspreiding: | Alleen in cultuur voorkomend. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | Maart |
Bloemkleur: | Bruin, rood |
Notities bloemen: | Bloeit voor de bladontwikkeling. kleine roodbruine tweeslachtige bloemen, vrijwel zittend. |
Vruchtperiode: | April - mei |
Vruchtkleur: | Groen |
Notities vruchten: | Lichtgroen nootje in een ronde vleugel, eenmaal rijp strokleurig. |
Op z'n mooist: | Maart - april |