Gele trompetboom

Exotische boom voor koude streken

Alles aan de trompetboom valt op. De grote bloemen van wel 4 cm die in de zomer verschijnen in grote bloemtrossen, gevolgd door de bladeren die wel 30 cm lang kunnen worden, waarna in het najaar lange peulen in de boom hangen van soms wel een halve meter. Je zou denken dat deze boom wel uit de tropen moet komen.
De trompetboom kan 15 meter hoog worden en vormt op latere leeftijd een brede kroon. De bladeren zijn hartvormig en de trompetvormige bloemen zijn wit met een subtiele tekening van paarse vlekken en oranje streepjes. Ze lijken op de bloemen van paardenkastanjes, hoewel ze daar niet aan verwant zijn.
In Noord-amerika komen twee catalpa soorten voor, de Noordelijke catalpa (Catalpa speciosa) die uit het midden van de VS komt en de Zuidelijke catalpa (Catalpa bignonioides), die oorspronkelijk in het zuidoosten van de VS voorkomt. Beide soorten worden in Noord-Amerika veel aangeplant.

Catalpa’s hebben dikke, bleke wortels die ontzettend lang kunnen worden. Dit is een aanpassing aan hun natuurlijke standplaats langs stromen en rivieren. De lange wortels zorgen voor houvast als de oevers worden weggeslagen en voor voldoende zuurstof bij periodieke overstromingen. In Nederland zijn de beide Catalpa soorten prima winterhard en wordt vooral de Zuidelijke catalpa verhandeld. Voor een goed bloeiende boom is veel zon nodig en ruimte voor de wortels en solitair staande exemplaren zijn vaak het mooist.

Cultivars

Er zijn een paar cultivars in de handel. De Gele catalpa (Catalpa bignonioides ‘Aureum’) heeft mooi gelig blad en groeit wat trager dan de soort zelf. De Bolcatalpa (Catalpa bignonioides ‘Nana’), die veel in kleinere tuinen wordt aangeplant, is een dwergvorm die geënt is op een onderstam. Deze kan jaarlijks gesnoeid worden tot op de ent. Tot slot is er nog een cultivar met purperen bladeren, Catalpa x erubescens ‘Purpurea‘, die voortkomt uit een kruising van beide genoemde soorten.