Muurleeuwenbekje
Cymbalaria muralis
Weegbreefamilie (Plantaginaceae)
De trommelslager plant zichzelf
Van oorsprong is het een rotsplantje maar voor ons een typische muurplant. Muurleeuwenbekje kruipt laag met lange uitlopers, die makkelijk wortelschieten. De honderden bloemetjes bloeien van april tot september. Na de bevruchting buigt de bloemsteel zich van het licht af. Dit lijkt op de gekromde arm van een trommelslager, vandaar de Latijnse naam Cymbalaria. De meeste zaden vallen na rijping uit de zaaddoos maar er is er altijd 1 die te groot is om eruit te vallen. Deze wordt door de kromming van de ‘arm’ in een spleet tussen de stenen gedrukt om daar te ontkiemen.
Om goed te gedijen heeft muurleeuwenbekje een zekere vochtigheid nodig. Op oude muren komt deze soort vaak voor samen met muurbloem, stengelomvattend havikskruis en muurvaren. Verder doet het muurleeuwenbekje het goed op de stenige glooiingen van dijken en spoorwegemplacementen.
Thema's
Is een kroonjuweel in Domies Toen.
De bloemen worden bestoven door bijen.
De plant kan licht giftig zijn.
Dit kruid werd wel gebruikt tegen scheurbuik en heeft wondhelende eigenschappen. Het wordt als papje op een wond aangebracht om het bloeden te stelpen. Uit India komen berichten over succesvol gebruik bij de behandeling van suikerziekte.
Details
Omschrijving: | Overige kruidachtige planten, liggend tot hangend. |
---|---|
Verspreiding: | Oorspronkelijk noord- en midden italië en het westelijk deel van kroatië |
Leefgebied: | Oude muren, beschaduwde, kalkrijke rotsen, waterkanten, rivierdijken, langs spoorwegen, tussen straatstenen en tussen stenen van voormalige zeedijken. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -5 °c |
Bloeiperiode: | Mei - september |
Bloemkleur: | Blauw, paars |
Notities bloemen: | De bloemen zijn lichtpaars tot lila met twee eigele knobbels op de onderlip. |
Op z'n mooist: | Mei - september |