Gewone haagbeuk
Carpinus betulus
Berkenfamilie (Betulaceae)
Geeft beschutting
Hoewel de naam anders doet vermoeden, is de haagbeuk geen familie van de beuk maar van de berk. Dit is te zien aan de sterk gezaagde randen van de bladeren van deze boom die ook vaak als struik is aan te treffen. Ook de bloemen, in de vorm van katjes, duiden op een berkachtige.
De snoeibestendige haagbeuk wordt, zoals de naam wél aangeeft, veel aangeplant als tuinhaag. In de herfst blijven de verdorde bladeren vaak hangen, waardoor een haagbeukenhaag het hele jaar door beschutting biedt. In de natuur is de haagbeuk te vinden in de bossen van zuidoost Nederland.
Het hout van deze oorspronkelijk Centraal-Europese boom is zeer sterk en het wordt verwerkt in gereedschappen en muziekinstrumenten. Er werden vroeger wielen voor rijtuigen van gemaakt, vandaar de bijnaam ‘wielboom’.
Thema's
Is een kroonjuweel in het Landgoed Twickel, Hortus Nijmegen en de Botanische Tuin Kerkrade.
Het hout is van oudsher gebruikt voor hakblokken, heien en stampers in een oliemolen en tandraderen. Het hout van haagbeuk wordt ook gebruikt voor slagershakblokken omdat het hout geen stoffen bevat die de smaak van het vlees bederven. Bekend is ook de toepassing voor gereedschapsstelen en de aanslaghamertjes in piano's en vleugels, zelfs als imitatie-ebbenhout voor piano toetsen. Andere oude namen voor de haagbeuk zijn ‘steenbeuk’ of ‘jukbeuk’.
De bladeren zijn bloedstelpend. Ze worden gebruikt als compressen om bloedingen te stelpen en wonden te genezen. De plant speelt ook een rol in Bach bloemengeneesmiddelen. De trefwoorden voor het voorschrijven ervan zijn ‘vermoeidheid’, ‘afmatting’, ‘geestelijke en lichamelijke uitputting’.
Een gele kleurstof wordt verkregen uit de schors.
Carpinus betulus is een van de sterkste houtsoorten van de inheemse bomen in Nederland.
Details
Omschrijving: | Boom, tot 15-25 m met een eigenaardige vorm van de stam, die wel 'gespierd' wordt genoemd. |
---|---|
Verspreiding: | Europa, turkije |
Leefgebied: | Op vochtige, voedsel- en vaak kalkrijke grond in loofbossen, houtwallen en hakhout. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | April - mei |
Bloemkleur: | Groen |
Notities bloemen: | De mannelijke bloemen zijn katjes en bevinden zich halverwege de tak. de vrouwelijke bloemen komen uit knoppen aan de top van die twijgen tevoorschijn. ze hebben kersenrode stempels waarmee ze pollen uit de lucht invangen. |
Vruchtperiode: | September - oktober |
Vruchtkleur: | Bruin, groen |
Notities vruchten: | De vruchten zijn afgeplatte, in de lengte gegroefde, gevleugelde nootjes van nog geen cm. ze hebben een drie-slippig omhulsel, waarbij de middelste slip veel langer is dan de zijslippen. |
Op z'n mooist: | Mei, oktober |
Bronnen
http://www.floron.nl/publicaties/rode-lijst-2012,IUCNredlist.org,
https://www.rhs.org.uk/Plants/3136/i-Carpinus-betulus-i/Details,
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Carpinus+betulus,
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=flora_nl_v2&menuentry=atlas,
https://wilde-planten.nl/haagbeuk.htm