Fijnspar
Picea abies 'Acrocona'
Dennenfamilie (Pinaceae)
Rode uiteinden
De fijnspar komt van nature veel voor in Noord- en Centraal-Europa en is ook in onze bossen vaak aangeplant. De boom levert het zogenaamde ‘vurenhout’ dat veel gebruikt wordt als bouwmateriaal. Uit het hars van de fijnspar kan terpentine worden gewonnen. De geslachtsnaam Picea is afgeleid van picis (=pek/hars) dat al duizenden jaren geleden werd gewonnen uit de stam. Ook als kerstboom is hij populair. De soortsnaam ‘abies’ is simpel: deze soort lijkt op een Abies (zilverspar).
'Acrocona' is een cultivar die in het voorjaar opvallende, rode kegels aan het uiteinde van de takken produceert (acro betekent aan het eind). Deze vorm werd voor 1890 gevonden in een bos in Zweden en daarna doorgekweekt.
Thema's
Is een kroonjuweel in het Nationaal Bomenmuseum.
Deze fijnspar is populair als decoratieve solitair.
Details
Omschrijving: | Naaldboom/conifeer, tot 6 m hoog, met hangende takken en groene naalden. |
---|---|
Verspreiding: | Alleen in cultuur voorkomend. |
Leefgebied: | Op matig vochtige, maar wel goed gedraineerde bodem in de volle zon; groeit het best in koude klimaten. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
Bloeiperiode: | Maart - mei |
Bloemkleur: | Roze |
Notities bloemen: | In de lente verschijnen, ook bij jonge planten, donkerroze kegels aan het eind van de takken. deze rijpen naar lichtbruin in de zomer. |
Vruchtkleur: | Bruin |
Op z'n mooist: | Maart - mei |