Japanse kornoelje
Cornus officinalis
Kornoeljefamilie (Cornaceae)


Sterk besje
De Japanse kornoelje is een loofverliezende boom of struik uit Oost-Azië, die in 1839 door Von Siebold en Zuccharini in de Flora Japonica werd beschreven. De soortnaam officinalis betekent ‘als medicijn gebruikt’, dus de auteurs van deze soort wisten waarschijnlijk van de geneeskundige toepassing toen ze de soort in 1839 beschreven.
De soort groeit in de bossen op heuvels en bergen. Hij behoort tot de kornoeljefamilie; de nauw verwante gele kornoelje (Cornus mas) komt in Europa in het wild voor en is veel aangeplant in parken en tuinen.
De Japanse kornoelje heeft een aantrekkelijke bast, tegenoverstaande bladeren en kleine, felgele bloemen. De rode vruchten worden in de traditionele Chinese geneeskunde gebruikt als Shanzhuyu, tegen duizeligheid, tinnitus en tegen pijn rond het middel en in de knieën.
Zowel Cornus officinalis in Azië als Cornus mas in Europa worden al eeuwen gebruikt als medicinale plant om vergelijkbare klachten te behandelen. De inhoudsstoffen van de vruchten van deze schijnbaar nauw verwante soorten komen grotendeels overeen, hoewel er ook verschillen zijn.
Thema's

in China worden de vruchten beschouwd als een versterkend medicijn, dat de functie van lever en nieren verbetert. Er is aangetoond dat ze het immuunsysteem versterken, de bloedsuikerspiegel verlagen, en anti-oxidant en antibacteriële activiteiten hebben. Laboratoriumtesten ondersteunen de traditionele toepassing van vruchtextracten om nierklachten, vooral die veroorzaakt door diabetes, te behandelen. Het iridoïd glucoside loganin en daarvan afgeleide verbindingen zijn aangemerkt als de actieve stoffen. Loganin had, evenals morroniside, in dierproeven ook een positief effect op geheugenverlies en op de bloedsuikerspiegel in diabetische muizen. Verder hebben de extracten ook in-vitro activiteit tegen kanker.

de volledig rijpe vrucht is eetbaar en best smakelijk, hoewel wat bitter.
Details
Omschrijving: | Boom, struik, tot 10 m. |
---|---|
Verspreiding: | Japan, korea, china |
Leefgebied: | In bossen, langs bosranden, op berghellingen. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | Maart - april |
Bloemkleur: | Geel |
Vruchtperiode: | September - oktober |
Vruchtkleur: | Rood, paars |
Notities vruchten: | Rode of paarsrode vrucht. |