Roos van Venezuela
Brownea coccinea
Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)
Jonge blaadjes, oude blaadjes…
De roos van Venezuela staat in de ondergroei van regenwouden in het noorden van Zuid-Amerika en kan tot 9 m hoog worden. De fel oranjerode bloemen die in clusters bij elkaar zitten, lijken wel wat op rozen en daarom wordt de kleine boom veel gebruikt als sierplant. De bloemen produceren veel nectar en worden in Zuid-Amerika druk bezocht door kolibries.
Opvallend zijn de jonge bladeren: eerst vormt zich een bruinige ‘sigaar’, waarna vervolgens de roodachtige, slaphangende bladeren zich ontwikkelen. Pas na enige tijd worden de bladeren frisgroen en gaan ze rechtop staan. Er wordt wel gedacht dat dit fenomeen dient om planteneters te misleiden: die zien de jonge blaadjes aan voor oude, verlepte exemplaren en laten ze met rust.
Thema's
Is een kroonjuweel in de Botanische Tuinen Utrecht.
De bast van deze soort wordt, samen met die van Clusia grandiflora, gebruikt om een warme drank te maken die op chocolademelk lijkt.
Brownea coccinea heeft belangrijke anti-oxidante en pijnstillende eigenschappen. De bast werd dan ook vroeger gebruikt tegen bloedingen en menstuatiepijn. Een aftreksel van de bloemen diende als laxeermiddel en als verkoeling bij griep en verkoudheid, bloedingen, kinkhoest en tuberculose.
Details
Omschrijving: | Boom, tot 9 m. |
---|---|
Verspreiding: | Guyana, venezuela, braziliё, trinidad en tobago |
Leefgebied: | Rotsachtige en schaduwrijke kloven, op hoogtes van ongeveer 600 m. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Warmer dan 15 °c |
Bloeiperiode: | April - juli |
Bloemkleur: | Oranje, rood |
Notities bloemen: | Grote bollen met oranje-rode bloemen, hoofdzakelijk aan oudere takken. |
Op z'n mooist: | April - juli |