Indonesische kaneel of Cassia
Cinnamomum burmanni
Laurierfamilie (Lauraceae)
Kaneel
De enige echte kaneel is die uit Ceylon, de soort waarmee de VOC destijds enorme winsten maakte (Cinnamomum verum). Maar er is meer te koop, want het genus Cinnamomum telt ongeveer 300 soorten die in allerlei tropische gebieden voorkomen.
Een daarvan is de Indonesische: Cassia. Deze groeit op Sumatra, waar hij 7 m hoog kan worden. Cassia wordt net als bij de Ceylonese kaneel gewonnen uit de schors van de twijgen. Die worden geschild en in de zon gedroogd, waarbij ze opkrullen tot de bekende kaneelpijpen. Bij kaneel gebeurt dat van beide zijden naar binnen, bij Cassia vanaf één kant.
Cassia is minder duur dan kaneel en is wat hartiger en pittiger, terwijl kaneel een zachter en zoeter aroma heeft.
Thema's
Is een kroonjuweel in De Hortus - Amsterdam.
De kaneelboom is een van de vele planten uit het geslacht cinnamon waarvan de bast wordt verkocht als kaneel. De meest algemene, en goedkoopste, vorm van kaneel komt van gemalen Cinnamomum burmannii.
Van cassia kan een drankje gemaakt, zowel voor medicinaal als voor stimulerend gebruik. Het wordt ingenomen tegen misselijkheid, winderigheid en (soms in combinatie met andere middelen) tegen diarree.
De bladeren zijn aromatisch. Olie uit de bast wordt gebruikt in zeep en parfums.
Olie uit de bast wordt gebruikt in zeep en in parfums.
Men zegt dat Hugo de Vries (1848-1935) deze kaneelboom zelf in de palmenkas van de Amsterdamse hortus botanicus heeft geplant ten behoeve van het onderwijs.
Details
Omschrijving: | Boom, tot 7 m. |
---|---|
Verspreiding: | Indonesië |
Leefgebied: | Natte, tropische gebieden. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot 10 °c |
Bloeiperiode: | Juli - augustus |
Bloemkleur: | Geel |