Italiaanse aronskelk
Arum italicum
Aronskelkfamilie (Araceae)
'Rare jongens die Romeinen..'
Italiaanse aronskelken zijn sinds de Romeinse tijd goed ingeburgerde immigranten, afkomstig uit Midden- en Zuid-Europa. Alles aan de Italiaanse aronskelk is bijzonder. De opvallende vruchten van deze plant komen in de nazomer als vrolijke oranje-rode trommelstokjes boven de grond. En het jonge blad verschijnt niet in de lente maar in de herfst. Bevriezen van bladeren in de winter blijft uit door natuurlijk antivries: de plant blijkt vol glycol en glycerol te zitten. In de zomer sterft het fraaie witgemarmerde blad af, waarna de plant ondergronds gaat.
De bloeiwijze lijkt op een vaalgele puntmuts met daarin een knotsvormige stinkende bloemkolf. Insecten die die geur lekker vinden, kunnen er wel in, maar niet meer uit. Pas na de bestuiving herkrijgen ze hun vrijheid.
De plant is in staat salicylzuur te produceren, dat thermische reacties tot stand kan brengen en zo de temperatuur in de bloeiwijze kan verhogen om het bezoekende insecten meer naar de zin te maken, maar er wordt ook wel beweerd dat dit in het voorjaar de bloemen tegen bevriezing beschermt.
Thema's
Is een kroonjuweel in de Hortus Nijmegen.
de voor ons onprettige geur trekt insecten aan die zorgen voor de bestuiving.
alle delen van de plant zijn giftig, onder meer door de aanwezigheid van calciumoxalaat kristallen, cyanoglycosiden zoals triglochinin, alkaloïden zoals coniïne en saponinen zoals aroïne, maar de wortelstok en bessen zijn het meest toxisch. Door koken breken de gifstoffen af, en de wortelstokken worden hier en daar gegeten; ze bevatten veel suiker en zetmeel.
onderdelen van de aronskelk zijn vaak gebruikt in art-decovormgeving uit in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw, omdat de plant met zijn lineaire vormen en marmerachtige bladtekening zich hier goed voor leende. Dat is bijvoorbeeld te zien in de gevelsteen van Villa Putruwiel in Utrecht.
omdat ze doen denken aan het verhaal van de bloeiende staf van Aäron werden de rode vruchten op de kale stengel het symbool van een gezegende vruchtenoogst.
maakt deel uit van de Nederlandse Plantcollectie.
zodra het bladerdek in het najaar wat dunner begint te worden komen deze aronskelken al met nieuwe bladen. Die overleven de winter met behulp van antivries-stoffen.
ondanks de giftigheid worden de wortelstok en bovengrondse delen al eeuwenlang voor medicinale doeleinden gebruikt in Europa en het Midden-Oosten. Ze worden vooral toegepast om uitwendig wratten, reumatische aandoeningen, huidziekten en aambeien te behandelen.
de plant bevat stoffen zoals agmatine die wellicht van belang kunnen zijn bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen tegen diabetes, terwijl laboratoriumtesten op kankercellijnen een significante activiteit lieten zien van extracten van de wortelstok.
Details
Omschrijving: | Bol- of knolgewas, 30-60 cm, met eenvoudige, pijlvormig glimmend groen blad met een delicaat, vertakking patroon van bleke nerven. |
---|---|
Verspreiding: | Europa, turkije, afrika |
Leefgebied: | De italiaanse aronskelk is een kensoort van het verbond van els en gewone vogelkers (alno-padion). stinsenplant. |
Jaarcyclus: | Vaste planten, inclusief bomen en struiken |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | Mei - juni |
Bloemkleur: | Wit, groen |
Notities bloemen: | De bloemen zijn groenwit van kleur. onderaan de bloeikolf zitten de vrouwelijke bloemen met daarboven de mannelijke bloemen. het schutblad (spatha) van de bloeikolf is groenwit. |
Vruchtkleur: | Oranje, rood |
Notities vruchten: | Een bes. de bessen zijn ongeveer 1 cm breed. de kolf is in de vruchttijd 10-15 cm lang. |
Bronnen
http://www.floron.nl/publicaties/rode-lijst-2012,https://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Arum+italicum,
https://www.rhs.org.uk/Plants/1658/i-Arum-italicum-i/Details,
https://www.botanical-online.com/en/medicinal-plants/aro-arum-maculatum-toxicity,
Azab A.-2017. Arum: a plant genus with great medicinal potential. European Chemical Bulletin 6(2): 59-68,Agalar - H.G. et al.-2018. Activity guided fractionation of Arum italicum Miller tubers and the LC/MS-MS profiles. Records of natural Products 12(1): 64-75