Echte koekoeksbloem
Silene flos-cuculi
Anjerfamilie (Caryophyllaceae)
Rafelige lentekoekoek
De Nederlandse naam is mogelijk ontstaan doordat de planten bloeien als de koekoek half mei weer in het land is en zijn naam begint te roepen. ‘Flos-cuculi’ betekent: bloem van de koekoekszang. Een andere verklaring voor de naam: in de bladoksels zit vaak schuim, dat vroeger ‘koekoeksspuug’ werd genoemd. Dit wordt veroorzaakt door de larve van een schuimcicade, die luchtbellen in zijn eigen afscheiding blaast en zo goed verborgen is voor zijn belagers.
De plant is gemakkelijk te onderscheiden van de andere soorten van het geslacht Silene. De kroonbuis is minder dik en de vijf kroonbladeren zijn onregelmatig in vieren gespleten, bij andere soorten in tweeën. Dat geeft de echte koekoeksbloem een fraai rafelig aanzien, wat je in de Engelse volksnaam terug vindt: ragged robin (rafelige roodborst).
Thema's
Is een kroonjuweel in de Hortus Nijmegen.
Een waardplant voor veel vlinders en belangrijkste nectarplant voor de eerste generatie van de soort zilveren maan.
Bezocht door bijen met lange tongen.
De plant bevat saponine, een zeepachtige, giftige stof.
In de middeleeuwen werd de koekoeksbloem gebruikt om kransen en bloemenkronen van te vlechten.
Details
Omschrijving: | Overige kruidachtige planten, 30-90 cm. |
---|---|
Verspreiding: | Het grootste deel van europa, oostelijk tot in centraal-siberië. ingeburgerd in het oosten van noord-amerika. |
Leefgebied: | Grasland, bermen, waterkanten, zeeduinen, bossen en kapplekken. |
Jaarcyclus: | Vaste planten, inclusief bomen en struiken |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
Bloeiperiode: | Mei - oktober |
Bloemkleur: | Roze |
Notities bloemen: | Een losse, gaffelvormig vertakte bloeiwijze. de bloemen zijn rozerood, zelden wit en 3-4 cm. de vijf kroonbladen zijn in vier smalle slippen verdeeld. de vaak roodachtige kelk heeft tien nerven. |
Notities vruchten: | Een doosvrucht. deze is niet gesteeld en bevat één hok zonder tussenschotten. |
Op z'n mooist: | Mei - oktober |