Egelantier
Rosa rubiginosa
Rozenfamilie (Rosaceae)
De appeltjes roos
Rosa rubiginosa wordt in ons land al eeuwen egelantier genoemd. Het verspreidingsgebied van deze roos is geheel Europa tot in de Kaukasus. In Nederland liggen natuurlijke vindplaatsen vooral in Zuid-Limburg. In het verleden is deze roos vaak aangeplant om te laten verwilderen, o.a. om in de duinen verstuiving tegen te gaan. In kalkrijke duinen is de soort veel aanwezig. Ook was deze roos al vroeg populair bij de aanleg van kasteeltuinen en als haag.
Kenmerkend aan de roos zijn de beklierde bladstelen. Hieraan dankt deze roos haar appeltjesgeur, die je ruikt als het blad nat is, of als je het blad tussen je vingers wrijft.
Thema's
Is een kroonjuweel in de Historische Tuin Aalsmeer.
De vruchten worden gekookt voor het maken van bijvoorbeeld gelei. Ze smaken het beste na een nacht vorst. Er zit maar een dunne laag vruchtvlees rond de vele zaden. Van de rozenbottels, die rijk zijn aan vitamine C, wordt een fruitige, geurige thee gemaakt. De bloembladeren worden wel gebruikt in de banketbakkerij - rauw of gekookt, maar daarbij moet wel de bittere, witte onderkant worden afgesneden. De jonge scheuten kunnen rauw gegeten worden, als ze net uit de grond komen in het voorjaar. Het zaad is een goede bron van vitamine E en kan tot poeder gemalen gemengd worden met meel of toegevoegd aan andere levensmiddelen. Zorg dan wel dat de zaadharen zijn verwijderd.
De bloemen en de rozenbottels werken laxerend, samentrekkend (van huidcellen en lichaamsweefsel) en als middel tegen maagklachten. Een aftreksel van gedroogde bloembladeren wordt wel gebruikt tegen hoofdpijn en duizeligheid; een aftreksel met honing wordt gebruikt als tonicum voor hart en zenuwen en als bloedzuiverend middel. Het zaad is rijk aan vitamine E en een olie uit het zaad wordt uitwendig toegepast als behandeling van brandwonden, littekens en rimpels. De vruchten van veel soorten van dit geslacht zijn een rijke bron van vitaminen en mineralen, in het bijzonder vitamine A, C en E, flavonoïden en andere biologisch actieve verbindingen. Het is ook een vrij goede bron van essentiële vetzuren. Er wordt onderzoek gedaan naar eventuele toepassingen als voedingsmiddel tegen kanker en als middel dat de groei van tumoren kan stoppen of zelfs omkeren.
Er zit een laagje haartjes rond de zaden, net onder het vruchtvlees. Deze kunnen irritatie aan de mond en het spijsverteringskanaal veroorzaken.
Details
Omschrijving: | Struik, 60-200 cm; gebogen en met stekelige stengels. |
---|---|
Verspreiding: | Europa |
Leefgebied: | Hagen, struwelen, bosranden, zeeduinen, grindstranden, bermen, hoge zandige uiterwaarden en kalkhellingen. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
Bloeiperiode: | Juni - augustus |
Bloemkleur: | Roze |
Notities bloemen: | Kopvormige enkel licht-roze bloemen. |
Vruchtperiode: | September - oktober |
Vruchtkleur: | Oranje, rood |
Notities vruchten: | Een vlezige schijnvrucht. de vuurrode bottels zijn bolvormig tot eivormig. soms zijn ze bedekt met gesteelde klieren. meestal zit boven op de bottel een kroontje van kelkbladen. |
Op z'n mooist: | Juni - oktober |