Goudlork
Pseudolarix amabilis
Dennenfamilie (Pinaceae)
Groen, goud of kaal
De goudlork of goudlariks heeft veel weg van een lariks, maar hij behoort tot een ander geslacht, Pseudolarix. De goudlork is de enige soort in dit zogenaamde monotypische geslacht en heeft zowel eigenschappen van een lariks als van een spar en ceder (waar zijn kegels meer op lijken). Net als de lariks laat de goudlork in de winter zijn naalden vallen. Hij behoort daarmee tot de weinige coniferen die niet het hele jaar door groen blijven. In de herfst verkleuren de naalden naar goudgeel.
De goudlork komt van nature voor in het oosten van China, aan de benedenloop van de rivier de Yangtse. Tinctuur van de goudlork is een traditioneel Chinees medicijn tegen eczeem.
Thema's
Is een kroonjuweel in Pinetum Blijdenstein en het Nationaal Bomenmuseum.
Onderdeel van de decentrale Nederlandse Plantencollectie coniferen.
In China in gebruik als medicijn tegen eczeem. Goudlork is een van de vijftig fundamentele kruiden in de Chinese kruidenkunde.
Ruikt naar en bevat hars.
Het hout wordt gekapt en gebruikt, onder andere voor meubels, boten en bruggen.
Details
Omschrijving: | Naaldboom/conifeer, hoge boom, gemiddeld hoger dan 12 m. |
---|---|
Verspreiding: | China |
Leefgebied: | Gematige naaldwouden 100-1500 m. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -15 °c |
Bloeiperiode: | Maart - mei |
Bloemkleur: | Niet van toepassing |
Vruchtperiode: | Mei - september |
Vruchtkleur: | Groen |
Op z'n mooist: | Mei - oktober |